Optimale instelling van medicatie

laatste update: juli 2021

Voor en tijdens de zwangerschap is het belangrijk te streven naar aanvalsvrijheid (NVN, 2016). Hierbij moeten de negatieve effecten van anti-epileptica op de ontwikkeling van de vrucht in beschouwing genomen worden. Daarom wordt geadviseerd preconceptioneel te streven naar monotherapie in een zo laag mogelijke, effectieve dosis- met een spreiding van de dagdosering al dan niet met een slow release tablet (NVN, 2016). Alle richtlijnen bevelen aan valproïnezuur alleen te gebruiken wanneer dit de enige optie is gebleken, waarbij de risico’s van het gebruik met de toekomstige ouders besproken dienen te worden (NHG, 2012; NICE, 2012; NVN, 2016). De NVN-richtlijn geeft aan dat bij vrouwen die lamotrigine of oxcarbazepine gebruiken en een zwangerschapswens hebben, de serumspiegel vóór de zwangerschap vast moet worden gelegd. Bij deze middelen ontstaat ten gevolge van enzyminductie door hormonale veranderingen tijdens de zwangerschap een forse daling van de serumspiegel met als gevolg een verhoogd risico op aanvallen. De serumspiegel moet bij deze vrouwen minimaal maandelijks worden gecontroleerd wanneer zij zwanger zijn en de dosering dient zo nodig te worden aangepast, met name indien de serumspiegel daalt onder 65% van de uitgangswaarde (NVN, 2016). Ook de serumspiegel van levetiracetam daalt fors tijdens de zwangerschap, waarschijnlijk ten gevolge van een toegenomen renale klaring (NVN, 2016; Westin, 2008).  De NICE-richtlijn beveelt aan om vrouwen met epilepsie te informeren dat zij ondanks het feit dat een gezond verloop van hun zwangerschap waarschijnlijk is, zij toch een licht verhoogd risico hebben op complicaties tijdens zwangerschap en bevalling ten opzichte van vrouwen zonder epilepsie (NICE, 2012). De risico’s lijken echter beperkt. In Nederland ligt daarom de nadruk op de teratogeniteit en het voorkomen daarvan, alsmede het voorkomen van epileptische aanvallen (NVN, 2016).

Er bestaat een verhoogd risico op neuraalbuisdefecten bij anti-epilepticagebruik (NVN, 2016). Het effect van foliumzuursuppletie op teratogeniciteit van anti-epileptica is nooit onderzocht in gerandomiseerde en gecontroleerde studies die foliumzuuraanvulling vergelijken met placebo of een hoge dosis foliumzuurvergelijken met een lage dosis (NVN, 2017) Er bestaat internationaal geen consensus over de aanbevolen dosering: 0,5 mg, 1 mg of 5 mg. De Nederlandse richtlijnen adviseren alleen 5 mg per dag te gebruiken bij een voorgaand kind met een neuraal buisdefect, bij een aangetoonde foliumzuurdeficiëntie of bij een foliumzuurafhankelijke aandoening zoals hyperhomocysteïnemie (NVN, 2016). Bij vrouwen met een actuele kinderwens die anti-epileptica gebruiken, wordt in de NICE-guideline wel 5 mg foliumzuur geadviseerd (NICE, 2012). Echter conform de huidige Nederlandse richtlijnen wordt een dosis foliumzuur van 0,4 of 0,5 mg per dag geadviseerd (NVN, 2016).