Oorzaak van de miskramen
Bij tenminste de helft van de paren met herhaalde miskraam levert de diagnostiek geen onderliggende oorzaak op. De belangrijkste risicofactor voor het krijgen van een miskraam is toename van de maternale leeftijd. Ook een hogere leeftijd van de man (>40 jaar) is, onafhankelijk van de leeftijd van de moeder, geassocieerd met een verhoogde kans op miskramen (zie Leeftijd) (NVOG, 2007; Gezondheidsraad, 2007). Een erkende onderliggende oorzaak of risicofactor speelt een rol bij ongeveer de helft van de paren met herhaalde miskraam (NVOG, 2007). De belangrijkste oorzaken/ risicofactoren zijn:
- Chromosoomafwijkingen bij de foetus. Deze zijn bij 30-57% van de paren met herhaalde miskramen in de anamnese de oorzaak van de miskraam (RCOG, 2011).
- Chromosomale afwijkingen bij j een van de ouders. Deze spelen een rol bij 2-10% van de gevallen.
- Endocriene ziekten zoals schildklierfunctiestoornissen of diabetes (zie ook Diabetes en Schildklierfunctiestoornissen) (NVOG, 2007). Over het belang hiervan bestaat discussie (NHG, 2017). De recentere RCOG-richtlijn vermeldt eveneens een verhoogd risico bij endocriene afwijkingen; echter alleen indien deze onbehandeld blijven (RCOG, 2011).
- Erfelijke trombofiliefactoren (antitrombine III, proteïne C, proteïne S, F V Leiden, factor II, factor VIII) (zie ook Trombose). Een erfelijke trombofiliefactor geeft over het algemeen vaker een late miskraam (NVOG, 2007; RCOG, 2011).
- Het antifosfolipidesyndroom (NHG, 2017; NVOG, 2007; RCOG, 2011).
- Vormafwijkingen van de uterus (NHG, 2017; NVOG, 2007; RCOG, 2011).
- Milde maternale hyperhomocysteïnemie (prevalentie vrouwen in NL 8,9%) geeft mogelijk een twee- tot viermaal verhoogd risico op herhaalde miskraam (NVOG, 2011).
Naast deze risicofactoren speelt leefstijl een rol. Onder andere roken, het gebruik van alcohol of drugs en overgewicht tijdens de zwangerschap kunnen het risico op een miskraam verhogen (zie ook Leefstijlfactoren).
Volgens alle genoemde richtlijnen is verder onderzoek naar de mogelijke oorzaak geïndiceerd indien er sprake is van herhaalde miskramen (2 of meer) (NHG, 2017; NHG 2011; LESA, 2006; NVOG, 2007; RCOG, 2011).
Voor de groep vrouwen met onverklaarde herhaalde miskramen zijn geen bewezen effectieve behandelingen bekend. Aan paren met onverklaarde herhaalde miskramen kan dan worden uitgelegd - door de huisarts, verloskundige of gynaecoloog - dat de kans op een doorgaande zwangerschap gemiddeld 75-85% is. Deze kans is afhankelijk van de leeftijd van de vrouw en het aantal doorgemaakte miskramen. Begeleiding in geval van onverklaarde herhaalde miskraam dient gericht te zijn op adequate psychosociale ondersteuning (Tender Loving Care) (NVOG, 2007; RCOG, 2011).