Alcohol en de preconceptionele periode
In Nederland gebruikt 80% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd alcoholhoudende drank. Uit een onderzoek van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) blijkt dat 67% van de vrouwen met een zwangerschapswens blijft drinken. Een groot deel van de vrouwen stopt met het gebruik van alcohol zodra ze zwanger zijn. Toch blijft naar schatting 35 tot 50% van de zwangere vrouwen alcohol drinken tijdens de zwangerschap (Gezondheidsraad, 2005). Van de vrouwen die stoppen met drinken, stopt 55% op het moment dat zij ontdekt dat zij zwanger is (STAP, 2007).
Alcoholgebruik in de preconceptiefase vermindert mogelijk de vruchtbaarheid van de vrouw en verhoogt mogelijk de kans op subfertiliteit (Gezondheidsraad, 2005; GGZ, 2009; NHG, 2011). Het effect lijkt dosisafhankelijk en begint mogelijk al bij minder dan gemiddeld 1 glas alcoholische drank per dag (GGZ, 2009). De onderzoeken waarop deze bevindingen gebaseerd zijn, hebben echter niet voor verstorende factoren zoals roken en andere leefstijlfactoren gecorrigeerd (NHG, 2010). De NHG concludeert dan ook dat niet overtuigend is aangetoond dat sociaal alcoholgebruik de vruchtbaarheid van de vrouw vermindert (NHG, 2011).
Bij de man geeft alcoholgebruik erectiestoornissen en libidoverlies. Onderzoek naar het effect van alcoholgebruik bij mannen op de kwaliteit van het sperma laat wisselende resultaten zien en de NHG concludeert dan ook dat er bij mannen niet is aangetoond dat sociaal alcoholgebruik de kwaliteit van het sperma negatief beïnvloedt (NHG, 2010). Het risico op miskramen en foetale sterfte wordt verhoogd door alcoholgebruik van de man en vrouw in de weken rond de conceptie (Gezondheidsraad, 2007; GGZ, 2009).